toen hij de stad introk
gejuich alom
palmtakken zwaaiden
zongen van verrukking
een ezel
zag de meute dronken van verlangen
vierde zij wat nu begon
van verre kwamen een paar vreemdelingen
zoekers naar zin
een smal pad om te gaan
‘het uur der waarheid is nu aangebroken’
sprak de dichter
het klonk wat zonderling
‘alleen de graankorrel die sterft, geeft vrucht
wie ademt moet zich durven laten gaan’
men hoorde het rommelen in de lucht
inzicht breekt soms door
als een donderslag
maar het vertrouwde
laat men niet graag los
de grote voetafdruk
het winstbejag
peter vermaat