ooit waren het sjamanen, zieners van
een duister licht, hun woord een klank een trom
een echo van de oerkreet van de uil
toen angst nog werd bezworen met gezang
hun dans herschiep de leegte, zelfs de dood
hun voeten wervelden langs wind en water
van vuur en aarde bakten zij hun brood
en droomgezichten kropen uit de rook
maar nu zijn er begrippen, onderscheiden
helder en klaar, de levenssappen zijn
eruit verdreven, schema’s zonder adem
geen weet van maan of wind noch van getijden
de ratio zoekt de wegen van het hoe
maar de sjamaan vervoegt waarom? waartoe?
peter vermaat
Een gedicht uit:
Op vleugels van de wind ›