het lijkt alsof een vaalgroen paard
in draf
over de wereld gaat
op zijn rug
de grauwe man met zijn kapotte zeis
hij grijnst zijn tanden zwart
hij maait
lukraak
voor hem is alles kaf
is dit het voorspel van een muiterij?
razende winden bulderende zeeën
plots voelt een zeiler zich belaagd door orka’s
ontsporen virussen onderhuids
de mens
niet langer is hij een zonnekoning
maar een twijgje
op de stroom van het heelal
dat uitdijt
wegstervende golven van een gong
sterrennevels zonder woning
de mens
zijn heimwee blijft
naar een droom
al half vergeten
maar het paard loopt zonder toom
normaal is niets
of toch?
er strijkt een reiger naast de sloot
peter vermaat